Home » Artikelen » Rechter veroordeelt een kunstenaar tot het maken van een groot en ‘indrukwekkend’ kunstwerk

Rechter veroordeelt een kunstenaar tot het maken van een groot en ‘indrukwekkend’ kunstwerk

Installation_view_of_We_The_PeopleOp 24 juni j.l. heeft de Rotterdamse rechtbank uitspraak gedaan in de zaak Kreuk versus Vo[1]. In deze zaak sleepte Bert Kreuk, een Nederlandse kunstverzamelaar, de Deens-Vietnamese kunstenaar Danh Vo voor de rechter vanwege wanprestatie. Vo zou niet het afgepsroken kunstwerk hebben geleverd voor “Transforming the Known”, een tentoonstelling van Kreuk’s collectie in het Haags Gemeentemuseum. Kreuk eiste € 898.000 van de kunstenaar. Ondanks het feit dat de rechter Kreuk gelijk gaf, werd de kunstenaar niet veroordeeld tot het betalen van de geëiste geldsom, maar kreeg hij de opdracht de overeenkomst alsnog na te komen (wat feitelijk betekent dat hij alsnog een groot en ‘indrukwekkend’ kunstwerk moet creëren voor de kunstverzamelaar). In de woorden van de rechtbank: “De kunstenaar dient bij de nakoming rekening te houden met de eisen van de kunstverzamelaar, wat betekent dat hij een kunstwerk dient te creëren dat reeds op het eerste gezicht, mede gelet op het formaat ervan, door de beschouwer als indrukwekkend wordt ervaren.”[2]

De vertegenwoordigers van Vo ontkennen dat er ooit een overeenkomst is geweest, althans geen schriftelijke overeenkomst. In het onderhavige vonnis acht de rechter acht dat er wel degelijk voldoende bewijs is om aan te nemen dat tussen Kreuk en Vo een overeenkomst tot stand zou zijn gekomen inhoudende dat Vo een kunstwerk zou maken voor Kreuk. Kort voor aanvang van de expositie heeft de galeriehouder van Vo, die kan worden aangemerkt als zijn tussenpersoon, laten weten dat de vader van Vo een hersenbloeding zou hebben gehad en dat het nog niet zeker zou zijn of hij wel door kon gaan met de expositie in Den Haag. Kreuk antwoordde hierop dat hij begreep dat de kunstenaar in deze staat misschien niet in staat was iets heel bijzonders te creëren, maar dat Kreuk ook niet graag met lege handen wilde staan. Uiteindelijk is er een klein werk van Vo naar Kreuk toegezonden en werd er aan de zijde van Vo bovendien verzocht een leenovereenkomst op te stellen met betrekking tot dit werk.

De juridische vraag die rees in de rechtzaal was of er wel een overeenkomst tot stand was gekomen en wat dan de precieze inhoud van die overeenkomst geweest was. In het vonnis bepaalde de rechter dat Kreuk zou zijn geslaagd in het leveren van het bewijs voor het feit dat er op 9 januari 2013 met Danh Vo en zijn galeriehouder overeenstemming is bereikt over het na de expositie van Kreuk in eigendom te verwerven van het werk  – of de werken  – die Danh Vo voor de expositie in het Gemeentemuseum zou maken [3]. Aangezien er een overeenkomst bestond en deze niet naar behoren is nagekomen, acht de rechter vervolgens bewezen dat er sprake is van een tekortkoming in de nakoming.

Naar aanleiding van deze bewezenverklaring pastte de rechter op Vo en zijn galeriehouder artikel 7:407 lid 2 BW toe[4]. Deze bepaling luidt:

“Indien twee of meer personen tezamen een opdracht hebben ontvangen, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming in de nakoming, tenzij de tekortkoming niet aan hem kan worden toegerekend.”

Toepassing van deze bepaling leidde ertoe dat zowel Vo als zijn galeriehouder gehouden waren om gezamenlijk de opdracht uit te voeren. In dit geval zou dat betekenen dat Vo het kunstwerk moest vervaardigen en dat hij dit aan zijn galeriehouder ter beschikking moest stellen, die dit vervolgens aan Kreuk moest leveren.

In het dictum oordeelt de rechter dan ook dat Vo tot uiterlijk 24 juni 2016 heeft om één of meer door hem, speciaal voor zaal 38 van het Gemeentemuseum, naar eigen artistiek inzicht gecreëerde en vervaardigde ruimtevullende werken aan zijn galeriehouder ter beschikking te stellen, op straffe van een dwangsom van € 10.000 per dag dat hij daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 350.000[5].

Inmiddels heeft Vo laten weten dat hij in hoger beroep gaat en Kreuk zijn kunstwerk wel kan vergeten. In Vo’s delicate woorden: “he can shove it up his ass”.

Joyce Elise van der Holst

 

 

[1] Rb Rotterdam 24-06-2015, ECLI:NL:RBROT:2015:4417
[2] Rb Rotterdam 24-06-2015, ECLI:NL:RBROT:2015:4417, r.o. 2.21
[3] Rb Rotterdam 24-06-2015, ECLI:NL:RBROT:2015:4417, r.o. 2.16
[4] Rb Rotterdam 24-06-2015, ECLI:NL:RBROT:2015:4417, r.o. 2.19
[5] Rb Rotterdam 24-06-2015, ECLI:NL:RBROT:2015:4417, r.o. 3.1