De Duitse economie floreert en het “naast-de-deur-effect” speelt een belangrijke rol wanneer steeds meer Nederlandse ondernemers overwegen om een bedrijf in Duitsland op te richten. In de praktijk is de oprichting van een onderneming in Duitsland echter geen makkelijke klus omdat een aantal drempels worden opgeworpen die niet alleen te wijten zijn aan de Duitse neiging tot Bürokratie und Ordnung. De keuze voor de meest geschikte rechtsvorm en de invulling van alle eisen voor een eigen onderneming in Duitsland is op zich al een behoorlijke uitdaging. Hierna wordt uiteengezet waarmee men rekening dient te houden.
De meest voor de hand liggende keuze is om een aanknopingspunt bij de Nederlandse BV te zoeken. Maar hier zou men al over de Duitse eigenzinnigheid kunnen struikelen: naast de reguliere GmbH, die erg op een BV lijkt, bestaat in Duitsland ook nog een “kleine” vorm van, de Unternehmergesellschaft (UG). Om een prikkel voor het starten van een onderneming te geven, is deze “Mini-GmbH” met een startkapitaal van maar 1 euro door de wetgever geïntroduceerd. De UG blijkt inderdaad uitermate populair, maar voor buitenlanders is een dergelijke “GmbH-tje” een vreemde eend in de bijt. Sowieso zou men zich kunnen afvragen hoeveel onvoorzichtige ondernemers zich hebben laten verleiden door de feitelijke afwezigheid van vereist startkapitaal en hoeveel er zijn die alles goed hebben doorgerekend. Bovendien is in Duitsland de reputatie van een GmbH stukken beter, want de afkorting UG haalt wel minder prettige associaties naar boven (Untergeschoss, Untersuchungsgefängnis).
Ongeacht of men kiest voor een GmbH of een UG, beide vormen zijn eenvoudig op te richten met gebruikmaing van een modelstatuut. Daardoor is het mogelijk om op standaardbepalingen beroep te doen die essentiële zaken regelen, zoals de naam van de onderneming, zijn zetel en doelen. Mocht er behoefte zijn om ingewikkeldere onderwerpen vast te leggen, zoals beperkingen op het overdragen van aandelen, dan is het modelstatuut niet van toepassing en moet een geheel individueel statuut opgesteld worden. Ook al wordt het proces daardoor complexer, uiteindelijk is het natuurlijk de taak van de notaris om ervoor te zorgen dat alle verplichte onderdelen zijn opgenomen in het statuut aangezien hiervan een notariële akte moet worden opgemaakt.
Vervolgens ontstaat een zogenoemde “Vor-GmbH”, een GmbH in het proces van oprichting. Daarbij is van belang dat de startende ondernemer al operatief bezig mag zijn; hij moet wel rekening houden met persoonlijke aansprakelijkheid.
Voordat hij zich echter volledig in zijn nieuwe onderneming gaat storten, moeten zeker in deze fase een aantal praktische zaken worden geregeld. Zo moet bijvoorbeeld tijdig een bankrekening worden geopend zodat het startkapitaal kan worden overgemaakt. Belangrijk is verder ook de registratie bij de plaatselijke overheidsinstantie (Gewerbeamt). Bovendien moet op het adres van het nieuwe bedrijf brieven van met name de rechtbank bezorgd kunnen worden.
Door de onderneming bij de lokale rechtbank te laten registreren, vindt inschrijving in het handelsregister plaats en is de GmbH (of UG) rechtsgeldig opgericht. De “Vor-GmbH” gaat dus op in een GmbH. Als er niet voor een modelstatuut is gekozen moeten er voor de daadwerkelijke oprichting een aantal documenten worden aangeleverd, zoals het statuut, een lijst van aandeelhouders en de benoeming van de bestuurder(s).
Als je als startende ondernemer deze stappen heeft ondernomen, gaat het echte werk pas beginnen!
Franziska Pechtl