Sinds 29 juli 2014 is de Europese richtlijn betalingsachterstand bij handelstransacties (2011/7/EU) in Duitsland in nationale wetgeving geïmplementeerd. Door deze uitvoering van de richtlijn zijn nu ook in Duitsland de betalingstermijnen bij contracten tussen bedrijven en bij contracten tussen bedrijven en overheden wettelijk geregeld.
Duitsland was één van de laatste landen waar de Europese richtlijn van 16 februari 2011 nog niet in nationale regelgeving was opgenomen. In Nederland zijn de wetswijzigingen met de nieuwe betalingstermijnen al sinds 16 maart 2013 in werking getreden.
De Duitse wet ter bestrijding van betalingsachterstand (“Gesetz zur Bekämpfung von Zahlungsverzug im Geschäftsverkehr“) dient net als in Nederland ter beperking van lange betalingstermijnen. De betalingspraktijk in zakelijke transacties zal worden verbeterd en schuldeisers hebben meer instrumenten om betalingsachterstanden tegen te gaan, zoals blijkt uit de volgende wijzigingen in de Duitse wet.
Maximumbetalingstermijn voor handelstransacties tussen ondernemingen en voor overheidsinstanties
Een van de belangrijkste wijzigingen zijn striktere betalingstermijnen voor ondernemingen onderling („b2b“) en de overheid. Bij handelstransacties tussen ondernemingen zijn langere betalingstermijnen dan 60 dagen alleen nog toegestaan als de partijen dit uitdrukkelijk zijn overeengekomen en aangetoond kan worden dat deze termijn voor geen van de partijen nadelig is. Voor overheidsinstanties ligt de maximumbetalingstermijn zelfs bij 30 dagen. Afwijking van deze termijn ten nadele van de schuldeiser is bij overheden niet mogelijk.
Indien wordt afgeweken van deze nieuwe regeling is de overeenkomst – en dus de overeengekomen betalingstermijn – ongeldig en de prestatie onmiddellijk opeisbaar.
Verhoging wettelijke handelsrente en standaardbedrag voor invorderingskosten
Vanaf 29 juli 2014 is in Duitsland de wettelijke handelsrente met een procentpunt verhoogd naar 9 procent. Naast de wettelijke rente maakt de schuldeiser bij te late betaling aanspraak op een standaardbedrag van 40 euro.
Maximumverificatieperiode
De wetgever heeft verder de periode waarbinnen de schuldeiser de ontvangen prestatie kan aanvaarden en beoordelen (verificatietermijn) strikter gereglementeerd. In algemene voorwaarden geldt voor maximumbetalingstermijnen langer dan 30 dagen en maximumverificatieperiodes van meer dan 15 dagen het wettelijke vermoeden dat deze onredelijk lang zijn.
Gevolgen
De nieuwe wetgeving in Duitsland is van toepassing op overeenkomsten die vanaf inwerktreding van de wet, dus na 28 juli 2014, zijn gesloten.
In algemene voorwaarden opgenomen betalingstermijnen die langer zijn dan het wettelijk maximum zijn altijd strijdig met de wet. Daarom is het aan te raden algemene betalings- en leveringsvoorwaarden met betrekking tot de nieuwe regelgeving te onderzoeken en indien nodig betalingstermijnen en verificatieperiodes aan te passen. In Duitsland bestaat er bovendien een extra kostenrisico. Afwijkingen van de wettelijk bepaalde perioden en langere betalingstermijnen zijn niet alleen ongeldig maar er kan door concurrenten gesommeerd worden waardoor extra sommatiekosten en advocatenkosten ontstaan.
Franziska Pechtl