Home » Artikelen » Bruikleengevers aan Amerikaanse musea nu beter beschermd (?)

Bruikleengevers aan Amerikaanse musea nu beter beschermd (?)

Op 16 december 2016 is The Foreign Cultural Exchange Jurisdictional Immunity Clarification Act (FCEJICA) ondertekend door de president en van kracht in de Verenigde Staten. De wetgeving is bedoeld om bruikleengevers aan Amerikaanse musea beter te beschermen tegen gerechtelijke procedures aldaar. Het gaat hierbij om om bruikleengevende instituten in eigendom van de staat, zoals nationale musea.

Dit betekent geen grote verandering van de bestaande wetten, maar de regeling past de Foreign Sovereign Immunities Act (FSIA) – waarmee aan buitenlandse staten immuniteit wordt verleend tegen Amerikaanse gerechtelijke procedures – zodanig aan dat het importeren van “cultural significant artworks” door musea ten behoeve van tijdelijke non-profit tentoonstellingen, niet als “commercial activity” gekarakteriseerd kan worden. Indien de activiteiten van een museum onder die definitie vielen was er voorheen namelijk geen sprake van immuniteit tegen gerechtelijke procedures in de V.S., maar slechts van immuniteit van het geleende kunstwerk tegen beslag op grond van de Immunity From Seizure Act (IFSA).

Daardoor konden bijvoorbeeld de erven Malewicz in Malewicz v. City of Amsterdam de Gemeente Amsterdam in 2005 voor de Amerikaanse rechter dagen op het moment dat een aantal gewilde schilderijen zich – in bruikleen – op Amerikaanse bodem bevonden. De erven claimden dat het Stedelijk Museum de werken onrechtmatig had verkregen en eisten 150 miljoen dollar schadevergoeding. Zij waren niet de eersten die het forum van de Amerikaanse rechtbank verkozen in een dergelijke zaak.

De Gemeente Amsterdam deed vergeefs een beroep op de IFSA, want, hoewel onder deze Act wel immuniteit tegen beslag werd verleend, was er door de zgn. “commercial activity” van de Gemeente Amsterdam bij het uitlenen van kunstwerken geen sprake van immuniteit ten aanzien van de vordering tot schadevergoeding. Het verrast niet dat deze uitspraak mede tot het ontwerp van de FCEJICA heeft geleid.

De FCEJICA zou nu meer rechtszekerheid moeten bieden aan bruikleengevers en culturele uitwisseling door middel van het in bruikleen geven van buitenlandse kunstwerken en artefacten voor tijdelijke tentoonstellingen in Amerika promoten. Echter, de uitzondering die geldt voor werken die tijdens het Nazi regime zijn gestolen zaait toch weer enige verwarring.

Uiteraard dient een museum altijd eerst een aanvraag in te dienen bij de U.S Department of State. Deze aanvraag bevat een omschrijving van het kunstwerk of artefact, de herkomst, de tentoonstellingslocatie, een beschrijving van het culturele belang van het object, en de reden waarom de tijdelijke tentoonstelling van nationaal belang is. Voorts dienen “any circumstances … that would indicate the potential for competing claims of ownership ….” gemeld te worden.

links naar informatie over The Foreign Cultural Exchange Jurisdictional Immunity Clarification Act (FCEJICA):
https://www.govtrack.us/congress/bills/114/hr6477/text
http://via.library.depaul.edu/cgi/viewcontent.cgi?article=1053&context=jatip
https://www.hofstralawreview.org/wp-content/uploads/2016/09/DD.1.Flynn_.pdf